iPhone-geschiedenis: de complete tijdlijn van de iPhone

Op 9 januari 2007 kondigde Steve Jobs de iPhone aan. Het betekende een revolutie voor mobiele telefoons: terwijl smartphones voorheen nog een speeltje waren voor early adopters, braken smartphones definitief door. Apple groeide uit tot hét grote voorbeeld hoe je smartphones interessant kunt maken voor het grote publiek. Dat we massaal touchscreens gebruiken en apps installeren is grotendeels te danken aan Apple, die bestaande ideeën toegankelijk heeft gemaakt voor iedereen. Dankzij Apple gebruikt de meerderheid van de Nederlanders inmiddels een smartphone – al is dat lang niet altijd een iPhone. Andere fabrikanten namen op hun beurt weer ideeën van Apple over, zodat er ondertussen een gevarieerd aanbod is van smartphones. Toch kijkt iedereen voor de echte innovaties nog steeds naar Apple.

Sinds 2008 is de iPhone officieel verkrijgbaar in Nederland en België. Er zijn meerdere generaties van de iPhone verschenen, die hieronder in deze iPhone-geschiedenis de revue passeren.

Beschikbaarheid van eerdere iPhones

• iPhone eerste generatie: juni 2007
• iPhone 3G: juli 2008
• iPhone 3Gs: juni 2009
• iPhone 4: juni 2010
• iPhone 4S: oktober 2011
• iPhone 5 : september 2012
• iPhone 5s en iPhone 5c: september 2013
• iPhone 6 en iPhone 6 Plus: september 2014
• iPhone 6s en iPhone 6s Plus: september 2015
• iPhone SE: april 2016
• Recente iPhones: iPhone 7 t/m iPhone 13

2007: iPhone-introductie

In 2007 kondigde Steve Jobs tijdens Macworld Expo in San Francisco de iPhone aan. Jobs beloofde dat het een historische dag zou worden en vertelde hoe Apple met de iPod en iTunes complete bedrijfstakken heeft veranderd. “Dit is een dag waar ik tweeënhalf jaar naar heb uitgekeken”, zei Apples CEO. Hij zou een revolutionair product aankondigen, een product dat alles verandert.

Welnu, vandaag introduceren we drie revolutionaire producten. De eerste is een breedbeeld iPod met touchbediening. De tweede is een revolutionaire nieuwe mobiele telefoon. En de derde is een baanbrekend internet communicatie-apparaat.

Het publiek applaudisseerde en realiseerde zich pas later dat Jobs het over slechts één apparaat had. “Snappen jullie het?”, vroeg Jobs nog een keer. “Dit zijn geen drie losse apparaten! Dit is één apparaat. En we noemen het de iPhone. Vandaag gaat Apple de telefoon opnieuw uitvinden.”

De eerste iPhone verscheen in juni 2007 en werd geroemd om zijn touchscreen-interface en het gebruiksgemak. De meegeleverde standaardapps zoals YouTube, Maps en Mail zouden volgens Apple voldoende moeten zijn. Wie toch eigen apps wilde gebruiken, moest maar webapps gebruiken. Andere toestelfabrikanten reageerden sceptisch op de iPhone: Apple had geen ervaring met het maken van telefoons en zou nooit in staat zijn om tot deze industrie door te dringen. Het publiek had ook kritiek, namelijk op het touchscreen-toetsenbordje. Er waren maar weinig mensen die geloofden dat je daarop net zou makkelijk zou kunnen typen als op een BlackBerry of andere telefoons die destijds populair waren. Tegelijk zagen ook veel mensen de potentie van de iPhone: het werkte allemaal erg intuïtief, Apple had een aantal functies slimmer aangepakt dan de concurrentie. In Nederland werd een Twitter-borrel georganiseerd, waar een in allerijl ingevlogen iPhone voor het eerst kon worden aangeraakt. Multi-touch en pinchen waren nog niet eerder vertoond. “Zoomen bij foto’s en websites leverde bij veel mensen een wow-reactie op”, schreven we erover. Wel vonden we typen op het toetsenbord nog wat lastig, maar dat zou wel wennen.

Bijzonder bij de iPhone was dat je geen stylus hoefde te gebruiken, zoals bij eerdere smartphones met touchscreen het geval was. Technisch gezien liep de iPhone nog wat achter: je kon niet internetten via 3G en GPS en MMS ontbraken. Wel was de iPhone voorzien van Wi-Fi, wat bij gangbare smartphones uit die tijd nog niet gebruikelijk was. Wi-Fi kon ook worden gebruikt voor een ruwe vorm van locatiebepaling. De iPhone onderscheidde zich ook door vrij veel opslagruimte, zodat er geen geheugenkaartslot voor SD-kaartjes nodig was. Dit leverde ook kritiek op: gebruikers waren zo gewend geraakt aan verwisselbare geheugenkaartjes, dat ze het ook op de iPhone verwachtten. Een andere irritatie was het feit dat de batterij niet verwisselbaar was. Wat de webbrowser betreft was Apple’s Safari één van de beste mobiele browsers uit die tijd. Het zorgde ervoor dat de eerste generatie iPhone ondanks al die kleine kritiekpunten meteen een verkoopsucces werd, dankzij de gebruiksvriendelijkheid, het uiterlijk, de mobiele apps en het feit dat je via iTunes makkelijk muziek en films erop kon meenemen.

In Nederland was de eerste generatie iPhone een speeltje voor de happy few. Het toestel was nog niet officieel verkrijgbaar, maar werd wel massaal uit de Verenigde Staten geïmporteerd. iPhoneclub was vanaf het begin aanwezig en werd dé plek waar je terecht kon voor uitleg over simlockvrij maken en jailbreaken. We werden hét verzamelpunt voor mensen die hun iPhone op de Nederlandse netwerken wilden gebruiken. We leverden handleidingen, instructies en een wiki zodat iedereen kostenloos zelf ermee aan de slag kon gaan. Standaard was de eerste generatie iPhone voorzien van een simlock van de Amerikaanse provider AT&T en de unlockmethoden wisselden elkaar snel af. Buiten iPhoneclub ontstond ook een levendige industrie van commerciële unlockers: mensen die voor een paar tientjes het unlocken uitvoerden voor mensen die zelf niet zo handig waren. Het waren vaak handige consumenten die er een bijbaantje van maakten. Deze unlock-industrie is anno 2013 helemaal verdwenen omdat bijna alle iPhones standaard simlockvrij worden geleverd.

2008: iPhone 3G

De tweede generatie iPhone staat bekend als de iPhone 3G. Zoals de naam al aangeeft was dit de eerste iPhone met 3G-dataverbinding. Opvallend aan het toestel was de plastic achterzijde, die niet iedereen even mooi vond. Het stelde Apple in staat een lichter en goedkoper toestel te produceren. De iPhone 3G beschikte ook als eerste over GPS-functie. “Tweemaal zo snel voor de helft van de prijs!” was de slogan waarmee Apple de iPhone 3G aan de man probeerde te brengen. De iPhone 3G was ook de eerste iPhone die in Nederland en België verkrijgbaar was, via een exclusieve overeenkomst met providers T-Mobile en Mobistar.

Met de iPhone 3G kwam ook ‘iPhone OS 2.0’ beschikbaar, de eerste grote update van het iPhone-besturingssysteem. De naam iOS werd pas een jaar later ingevoerd. Voor het eerst kwamen er apps van derden beschikbaar via de App Store, die je met iTunes-tegoed kon aanschaffen. Opmerkelijk daarbij was de lage prijs: terwijl 30 euro gebruikelijk was voor een mobiele game op de Sony PSP of Nintendo DS, kostte Super Monkey Ball op de iPhone maar €7,99. Later zouden de prijzen nog veel verder dalen. De iPhone heeft daarmee een prijsrevolutie teweeggebracht in de mobiele gamesindustrie, waar Sony en Nintendo nog niet van zijn hersteld.

Met de iPhone 3G probeerde Apple de iPhone ook aantrekkelijker te maken voor het bedrijfsleven en zakelijke toepassingen. Er kwam bijvoorbeeld ondersteuning voor Exchange ActiveSync en consumenten konden pushmail ontvangen via de nieuwe dienst MobileMe. Een echte concurrent voor de iPhone was er op dat moment nog niet. De eerste Android-toestellen verschenen op de markt, maar ze leverden een gebruikerservaring die erg technisch was en tekortschoot ten opzichte van de iPhone. Met de iPhone wist Apple meteen de gewone gebruiker te bereiken. Apple had gekozen voor een gesloten systeem, waarbij alles voor je geregeld wordt. Android probeert juist zoveel mogelijk open te zetten en legt het probleem van virussen en slechte kwaliteit apps bij de gebruiker neer.

2009: iPhone 3GS

Begin van 2009 diende zich op Mobile World Congress de eerste smartphone aan, die een concurrent voor de iPhone zou kunnen vormen. De Palm Pre had een uitgekiend design en dezelfde prettige gebruikservaring als de iPhone. Verrassend was dat niet, want veel medewerkers van Palm hadden eerder bij Apple gewerkt, of andersom. De Palm Pre verscheen net als de nieuwste iPhone in juni 2009, maar Palm had niet de marketingkracht van Apple en het toestel werd alleen gekocht door een kleine groep fijnproevers. De iPhone was ondertussen een smartphone geworden die een grote groep gebruikers aansprak. Maar de eerste reacties op de iPhone 3GS waren eerder teleurgesteld: Apple had een smartphone op de markt gebracht die er exact hetzelfde uitzag als zijn voorganger. Dat analisten niet altijd gelijk hebben bleek een paar weken later: het publiek omarmde de iPhone 3GS massaal. Voor Apple was de iPhone 3GS hét toestel waarmee ze definitief zijn doorgedrongen tot het grote publiek. Dat merkten we ook op iPhoneclub: bij de aankondiging van de iPhone 3GS verdubbelden onze bezoekersaantallen.

De iPhone 3GS had een snellere processor, een grafische chip, een betere 3-megapixelcamera met de mogelijkheid om video’s te maken en een digitaal kompas. De iPhone 3GS profiteerde ook van nieuwe functies in iPhone OS 3.0, zoals Spotlicht en push notificaties. Eindelijk werd kopiëren en plakken mogelijk en eindelijk konden we MMS-berichten versturen. Door de populariteit van de iPhone 3GS doemden ook de eerste problemen op: mensen gebruikten zó massaal de 3G-functie van de iPhone, dat de netwerken overbelast raakten. Vooral in Nederland werd hevig geklaagd over de onbereikbaarheid van T-Mobile, op dat moment nog de enige officiële operator. Wel kon je op dat moment gemakkelijk een simlockvrije iPhone in landen als Italië of België kopen en er een simkaartje van KPN of Vodafone in steken. Het was daardoor niet meer nodig de iPhone te unlocken.

2010: iPhone 4

De iPhone 4 betekende een compleet nieuw uiterlijk voor de iPhone. Het design met glazen front en metalen schermrand bepaalden het uiterlijk van de iPhones die in 2011, 2012 en 2013 zouden verschijnen. Met een gloednieuwe A4-processor, tweemaal zoveel geheugen, een gyroscoop, Retina Display en betere camera met flitser was er voor veel iPhone-gebruikers reden om te upgraden. Het uiterlijk van de iPhone 4 was vlak voor de lancering al uitgelekt, omdat een prototype van de iPhone in een café was achtergelaten. Veel mensen dachten dat het een publiciteitsstunt van Apple was. Maar de rechtszaak tegen de twee vinders die het prototype verkochten aan Gizmodo, maakte duidelijk dat het een serieuze zaak was.

De iPhone 4 bevatte ook talloze nieuwe functies in iOS 4 (dat sindsdien niet meer iPhone OS heette). Nieuwe functies waren FaceTime (videochat), nieuwe multitasking-functies om snel te kunnen wisselen tussen apps en de mogelijkheid om apps op de achtergrond te laten draaien. De iPhone 4 zorgde opnieuw voor verkooprecords bij Apple. De iPhone was inmiddels uitgegroeid tot de grootste omzet- en winstmaker voor Apple. Het voortbestaan van Apple is dan ook niet meer denkbaar zonder de iPhone.

De iPhone 4 nam een aantal functies over van de pas verschenen iPad, die in 2010 voor het eerst op de markt verscheen.

2011: iPhone 4S

De iPhone 5 was in 2011 de meestgezochte term op iPhoneclub. Maar Apple besloot geen iPhone 5 uit te brengen. Wel verscheen in oktober 2011 – veel later dan verwacht – de iPhone 4S op de markt. Apple koos ervoor om nieuwe iPhones niet langer rond juni/juli maar aan het begin van de herfst te introduceren. Het uiterlijk van de iPhone 4S was volledig gebaseerd op de iPhone 4, maar er zaten wel een aantal vernieuwingen in zoals een snellere A5-processor, een verbeterde 8-megapixelcamera, ondersteuning voor 14,4 Mbps HSDPA en draadloos 720p video’s streamen via AirPlay naar je Apple TV. Tegelijk met de iPhone 4S kwam iOS 5 beschikbaar, met daarin nieuwe functies zoals Berichtencentrum, iMessage, Kiosk (Newsstand) en Apple’s iCloud. Voor het eerst was het ook mogelijk om zonder computer een nieuwe iPhone in gebruik te nemen. Je kunt de iPhone vanuit de doos meteen activeren en hoeft deze niet meer aan te sluiten op iTunes. Synchroniseren en backups maken kan ook helemaal draadloos. Zelfs het installeren van nieuwe software-updates gaat draadloos (over-the-air).

iOS 5 bevat ook de spraakassistent Siri, waarmee je opdrachten in natuurlijke taal kunt geven. Siri is alleen beschikbaar op de iPhone 4S en latere modellen en de Nederlandse taal wordt vooralsnog niet ondersteund. Je kunt bijvoorbeeld het web doorzoeken, het weerbericht opvragen of afspraken in je agenda zetten met stemcommando’s.

2012: iPhone 5

Het jaar 2012 werd het jaar van de iPhone 5. Apple presenteerde een compleet nieuw toestel, dat qua uiterlijk nog sterke overeenkomsten vertoonde met de iPhone 4/iPhone 4S, maar intern volledig was vernieuwd. Technisch gezien was het een knap staaltje engineering, maar een deel van het publiek vond het uiterlijk niet innovatief genoeg. De iPhone 5 was sinds 28 september 2012 verkrijgbaar in Nederland en België. Het toestel heeft een 4-inch scherm en een nieuwe Lightning-connector, ter vervanging van de 30-pins connector die Apple sinds de eerste iPods heeft gebruikt.

Ook heeft de iPhone 5 een 8-megapixel camera met panoramamodus, een HD-camera voor Facetime en een snelle A6-processor. De iPhone 5 ondersteunt LTE, maar dit werkt pas als de 4G-netwerken in Nederland volledig zijn opgetuigd. Dit zal pas in de loop van 2014/2015 gebeuren. Gelijktijdig met de iPhone 5 werd ook iOS 6 beschikbaar gesteld aan gebruikers. Dit bevat een aantal nieuwe functies, zoals Passbook, Facebook-integratie en een nieuwe Apple Kaarten-app met Nederlandse routenavigatie. Ook is het mogelijk om met de spraakassistent Siri apps te starten en informatie op te vragen over films, restaurants en sportuitslagen. Een andere vernieuwing: reageren op binnenkomende telefoongesprekken met een sms-bericht. In iOS 6 zijn twee bekende apps verdwenen: YouTube en Google Maps.

2013: iPhone 5s en iPhone 5c

In 2013 kondigde Apple voor het eerst twee toestellen aan: de iPhone 5s en de goedkopere iPhone 5c. Technisch gezien is de iPhone 5s het meest interessante toestel. Dit is de eerste smartphone met 64-bits processor (A7), met M7 motion co-processor en een vingerafdrukscanner met de naam Touch ID. Apple maakt voor deze vingerafdrukscanner gebruik van geavanceerde technologie, waardoor het beter werkt dan de scanners die vroeger op laptops voor nogal wat problemen zorgden.

De M7 motion co-processor maakt de iPhone 5s beter geschikt voor fitness- en sporttoepassingen, maar er is veel meer mogelijk. Tijdens het navigeren kan de iPhone automatisch op voetgangersmodus overschakelen als de M7-processor merkt dat je langzaam voortbeweegt. De iPhone 5c onderscheidt zich door vrolijke kleuren: je kunt kiezen uit 5 kleuren en het toestel is iets goedkoper dan de iPhone 5s. Vooral in combinatie met een abonnement moet de iPhone 5c veel goedkoper uitpakken. De iPhone 5c is qua technologie gebaseerd op de iPhone 5, maar heeft een polycarbonaat kunststof behuizing en is iets dikker. Dit toestel moet hét succesnummer van 2013 worden voor Apple en maakt de iPhone bereikbaar voor mensen die nooit eerder een smartphone hebben gehad.

2014: iPhone 6 en iPhone 6 Plus

In 2014 kondigde Apple wederom twee nieuwe iPhones aan: de iPhone 6 met een 4,7-inch-scherm en de iPhone 6 Plus met een 5,5-inch-scherm. Hoewel beide iPhones verschillende groottes hadden, waren ze verder grotendeels gelijk. In allebei de iPhones zit een 64-bits A8-processor en M8 motion co-processor, en ze maken ook allebei gebruik van een 8-megapixelcamera. Ze verschilden wel op één ander vlak: de iPhone 6 Plus had als enige een optische beeldstabilisator, die ervoor zorgde dat de camera minder lijkt te trillen tijdens het opnemen van video. De iPhone 6 en iPhone 6 Plus kregen ook een NFC-chip, waarmee mobiele betalingen gemaakt kunnen worden met Apple Pay.

Apple wilde met de twee schermgroottes een breder publiek aanspreken, vermoedelijk omdat de concurrentie veel succes had met grote telefoons. Dat bleek een goede beslissing: Apple boekte met de iPhone 6 en iPhone 6 Plus nieuwe verkooprecords.

Toch zijn er nog een paar kleine verschillen tussen de iPhone 6 en iPhone 6 Plus. Zo zit in de iPhone 6 Plus een optische beeldstabilisator, waardoor er minder trillingen zitten in videobeelden en foto’s scherper worden.

2015: iPhone 6s en iPhone 6s Plus

Geheel zoals verwacht bracht Apple in 2015 weer twee nieuwe modellen uit in de ‘S-lijn’ van de iPhones. De opvolgers van de iPhone 6 en iPhone 6 Plus heetten de iPhone 6s en iPhone 6s Plus, en hadden als grote vernieuwing het drukgevoelige 3D Touch-display. Dit broertje van Force Touch op de Apple Watch maakte het mogelijk voor de iPhone om te registreren hoe hard de gebruiker het scherm indrukte.

Handig voor apps, die hierdoor Snelle Acties aan hun iconen toe konden voegen. Met deze snelle acties spring je direct naar een bepaald onderdeel van de app, wat het gebruikersgemak weer wat vergroot.

Daarnaast gebeurde er ook heel wat onder de motorkap van de iPhone 6s en iPhone 6s Plus. De twee toestellen werden uitgerust met de gloednieuwe A9-chip, die de iPhone tot 70 procent sneller moet maken dan de iPhone 6. Ook verdubbelt het toestel het werkgeheugen naar 2GB RAM en werd de camera van de iPhone voor het eerst sinds 2011 vernieuwd van 8- naar 12-megapixel. Hier kun je voor het eerst ook 4K-video’s mee schieten.

Bekijk ook

iPhone 6s: het complete overzicht

Alles wat je wilt weten over de iPhone 6s. Ontdek de specs en functies en bekijk wat er nieuw en verbeterd was bij dit toestel. Ook lees je of een iPhone 6s kopen nog steeds een goed idee is, of dat je beter een ander model kunt nemen.

Recente iPhones: iPhone 7 t/m iPhone 12

Omdat recente iPhones nog vers in het geheugen liggen bespreken we die wat summierder:

• 2016: iPhone 7-serie
• 2017: iPhone 8-serie
• 2017: iPhone X
• 2018: iPhone XS-serie
• 2018: iPhone XR
• 2019: iPhone 11-serie
• 2020: iPhone SE 2020
• 2020: iPhone 12-serie
• 2021: iPhone 13-serie
• 2022: iPhone 13-serie

De merknaam iPhone

Aan de merknaam iPhone zit een merkwaardig verhaal vast. In december 2006 bracht Cisco namelijk opeens een toestel met de naam iPhone uit. Het bleek te gaan om een VoIP-telefoon, waarmee je via internet kunt bellen. Apple kondigde een paar dagen later, op 9 januari 2007, ook een iPhone aan. Er dreigde een conflict over merkrechten. Cisco besloot Apple voor de rechter te dagen, maar begin februari werd de strijd voorlopig uitgesteld. Eind februari kwam de doorbraak: Apple kreeg het recht om de merknaam iPhone te gebruiken. Er is nooit bekend gemaakt of er geld is betaald, maar dat lijkt aannemelijk.

Cisco kwam in 2000 al in bezit van de handelsnaam iPhone, toen het fabrikant Infogear overnam. Al op 3 september 1993 registreerde Infogear de merknaam ‘I Phone’ en veranderde dat op 20 maart 1996 in ‘iPhone’. Daarnaast hanteerden ze de naam ‘i-Phone’, zo blijkt uit een advertentie uit die tijd. Beide merknamen zijn sinds 1999 in de VS geregistreerd en worden sinds 1997 door Infogear gebruikt. Tot vlak voor de lancering werd de merknaam nauwelijks meer gebruikt, totdat eind 2006 de geruchten over een Apple iPhone steeds sterker werden. Cisco bracht nog snel even de Linksys iPhone op de markt, waarschijnlijk om het eigendom van de merknaam zeker te stellen.

Buiten de VS heeft Apple merkrechtaanvragen in verschillende landen gedaan. Bijvoorbeeld in Australië, waar het merk iPhone in 2005 werd geregistreerd. In Canada zit Apple nog met Comwaye Telecom, die onder de naam iPhone sinds 2004 een VoIP-dienst aanbiedt. Comwaye heeft wel protest aangetekend, maar tot een rechtszaak is het nog niet gekomen. In Japan speelt een conflict over de merknaam Aiphone.

Apple betaalde in juli 2007 meer dan een miljoen voor de domeinnaam iphone.com. Die was al sinds 24 augustus 1994 in handen van The Internet Phone Company. Dit bedrijf heeft na de lancering van de iPhone de website tijdelijk gesloten, vanwege de enorme toestroom van bezoekers. De eigenaar beweerde aanvankelijk nog ‘iets met internettelefonie’ te willen doen, maar zwichtte uiteindelijk toch voor het geld. Apple is sinds 6 december 1999 in bezit van iphone.org, terwijl Cisco al sinds 28 januari 1998 eigenaar is van iphone.net.

Leuke iPhone-geschiedenis weetjes

Tenslotte nog wat leuke wetenswaardigheden, voor als je ooit in een pubquiz vragen over de iPhone voor je kiezen krijgt. Hoe is de iPhone ontstaan? Wat was de codenaam van het project? En waarom is iOS niet gebaseerd op OS X?

• Apple investeerde naar verluidt $150 miljoen in de ontwikkeling van de iPhone.
• Apple wilde eerst samen met Motorola een telefoon uitbrengen. Dit leidde tot de Motorola ROKR iTunes-telefoon, maar dat was geen succes.
• Sinds Steve Jobs in 1997 bij Apple terugkeerde heeft hij Macworld steeds gebruikt om belangrijke productaankondigingen te doen. In januari 2007 ging dat bijna fout: er was al aangekondigd dat Mac OS X Leopard moest worden uitgesteld, de iPhone was eind 2006 nog lang niet klaar en er was geen ander belangrijk product voorhanden om op Macworld te presenteren. Apple was daardoor wel gedwongen om de iPhone alvast te onthullen, ook al werkten de prototypes van geen meter.
• Een paar weken voor Macworld maakte Jobs een afspraak met AT&T om een prototype voor de iPhone te tonen. Topman Stan Sigman zag het toestel en noemde het “the best device I have ever seen.”
• Steve Jobs dacht in 2002 al aan het maken van een mobiele telefoon. Hij zag in dat mobiele telefoons en muziekspelers op een dag zouden samensmelten en een bedreiging voor de iPod zouden gaan vormen.
• In februari 2005 had Jobs al een afspraak met topmensen van mobiele operator Cingular (die later werd overgenomen door AT&T). Het plan was om een revolutionair apparaat te introduceren, dat lichtjaren voorliep op. Het zou daarbij om een exclusieve overeenkomst gaan, waarbij Apple in feite ook als mobiele operator actief zou worden. Dat laatste kwam er niet van. Of Apple inderdaad een revolutionaire telefoon heeft gelanceerd, mag je zelf beoordelen.
• Het iPhone-project werd P2 genoemd, een afkorting van Purple 2. Een eerder project voor een iPod-telefoon was Purple 1 genoemd. De teams werden gesplitst en op verschillende locaties in het hoofdkantoor in Cupertino ondergebracht. Als Apple-topmensen een afspraak bij toenmalig mobiele operator Cingular hadden, meldden ze zich aan als medewerkers van Infineon.
• Toen de hardware in januari 2007 toonbaar bleek, hadden nog maar circa 30 mensen het project gezien. Daarna was het nog een hele klus om de software op tijd af te krijgen. De medewerkers hadden te maken een strakke deadline en haalden inspiratie bij Linux. Dat was al herschreven voor gebruik op de mobiele telefoon. Steve Jobs wilde echter niet dat de iPhone op Linux zou draaien, hij wilde in eigen huis ontwikkelde software.