Review: Dogfight, boek over de strijd tussen Apple en Google

Review van Dogfight, het boek over de strijd tussen Apple en Google.

dogfightFred Vogelstein schreef een boek over de strijd tussen Apple en Google. ‘Dogfight: How Apple and Google Went to War and Started a Revolution’ heeft in het Nederlands de niet erg verrassende titel ‘Titanenstrijd’ gekregen. Zoals gebruikelijk bij hedendaagse boeken kun je het op allerlei manieren lezen: Dogfight is verkrijgbbaar in de iBookstore (€12,99), als audioboek in iTunes (€16,99) en in een Britse iBookstore-versie (€18,99) met een iets andere cover en een ander prijskaartje. Maar je kunt natuurlijk ook diverse digitale edities met DRM aanschaffen of kiezen voor de Nederlandse of Engelstalige versie op papier. Ik koos voor deze review voor de Amerikaanse iBook-versie.

Het mooie van het verhaal in Dogfight is dat veel mensen het zich nog goed kunnen herinneren. Het gaat niet over de verre jaren zeventig, toen Steve Jobs en Steve Wozniak in een garage aan computers zaten te knutselen. Dit is recente historie. Vogelstein begint zijn verhaal met een uitleg waarom dit onderwerp zo belangrijk is. Wat maakt het uit wie de populairste telefoons maakt? Uiteindelijk komt het erop neer, legt Vogelstein uit, wie bepaalt wat we op onze schermen zien. Vroeger waren dat de mediabedrijven zoals News Corp. en de kabelbedrijven zoals Time Warner. In de toekomst zijn het de bedrijven die bepalen welke content er op smartphones en tablets te zien is. Apple bepaalt nu al welke boeken er in de iBookstore verkrijgbaar zijn, wat regelmatig leidt tot relletjes om een blote borst. Verrassend genoeg zijn ze een stuk relaxter over boeken die een mening over Apple naar buiten brengen, zoals Dogfight of de biografie van Ive.

Natuurlijk heb ik alles gevolgd wat er in het nieuws is gebeurd tussen Apple en Google. Ik heb er zelfs regelmatig over geschreven. Maar toch is het interessant om dit boek door te lezen. Vogelstein weet op een treffende manier de gevoelens rondom de eerste iPhone samen te vatten. Het was een telefoon die eigenlijk helemaal niet zo technisch geavanceerd was. Maar het deed iets met mensen, waar andere telefoons uit die tijd niet in slaagden. Op het moment dat iets gebeurt, kun je het vaak nog niet in perspectief plaatsen, omdat je niet weet hoe het verhaal afloopt. Vogelstein kan dat wel, nu er alweer een aantal jaren zijn verstreken sinds het verschijnen van de iPhone.

Het boek beschrijft de ontwikkeling van de iPhone, de schrikreactie bij Google en de daarop volgende ontwikkeling van Android-toestellen. Ook de iPad, de patentenstrijd tussen Apple en Samsung en de invloed van de iPhone en de iPad komen aan bod. De nadruk ligt daarbij meer op wat Apple deed, dan de reactie van Google. Voordat Apple met de iPhone op de proppen kwam, was de telefoonmarkt sterk gedomineerd door de operators: zij bepaalden welke toestellen er op de markt verschenen, bepaalden de naam en welke software erop draaide. Die invloed is bij Android ook nog wel een tijdje zichtbaar geweest. Als je kijkt naar de patentzaak tussen Apple en Samsung, dan worden daar een hoop toestellen die in feite Galaxy’s II en III zijn, maar onder allerlei afwijkende providernamen op de markt zijn gebracht. Apple veranderde dat: ze zorgden ervoor dat de toestelmaker het voor het zeggen kreeg. Wie het spelletje niet wilde meespelen, mocht domweg geen iPhone in het assortiment opnemen. De reactie van KPN-baas Ad Scheepbouwer, die de iPhone maar nutteloos vond, zul je in dit boek natuurlijk niet teruglezen. Het gaat vooral om de grote Amerikaanse spelers.

Als je Dogfight leest, besef je hoe vreemd de hele geschiedenis eigenlijk is verlopen. Sergei Brin en Larry Page keken op naar Steve Jobs en zagen hem als een mentor. Ze wilden Steve Jobs zelfs als CEO aanstellen, maar moesten genoegen nemen met Eric Schmidt, die zelfs in het bestuur van Apple plaatsnam. Totdat de stemming totaal veranderde en beide mannen bittere concurrenten werden. Jobs was bereid tot een “thermonucleaire oorlog” om Android te stoppen.

jobs-schmidt

Grappig is dat Apple aanvankelijk helemaal geen telefoon wilde maken, maar plannen had voor een tablet. Dat de providers druk bezig waren met muziektelefoons zag Apple vooral als een bedreiging voor de iPod en de bijbehorende iTunes-muziekwinkel. Ook was er de dreiging vanuit Microsoft, die eerst de desktop en daarna misschien wel de mobiele telefoon ging veroveren met de Pocket PC. Na een mislukte samenwerking met Motorola (notabene tegenwoordig onderdeel van Google!) besloot Apple zelf een telefoon te gaan maken, dat uiteindelijk Apple’s grootste winstmaker werd. Had Steve Jobs dat allemaal zo voorzien? Vast niet. Toen de eerste plannen voor de iPhone ontstonden was nog niet eens duidelijk dat de iPod zo’n groot succes zou worden.

ipodsToenmalig Apple-medewerker Steve Bell zag wel in, dat de mobiele telefoon het belangrijkste consumentenapparaat voor de komende jaren zou worden en probeerde Jobs ervan te overtuigen dat Apple een telefoon moest maken. Met als argument: nog niemand was erin geslaagd om een écht goede telefoon te maken. Ze pakten wat iPod-designs die Jony Ive toch al had liggen en probeerden er een telefoon in te stoppen.

Rond dezelfde tijd was Andy Rubin, als CEO van het bedrijf dat de Danger Sidekick maakte, bezig met de eerste ideeën voor Android. Hij wilde een telefoonplatform maken en dat paste precies in de plannen van Google, die het zat was om bij andere toestelmakers te gaan bedelen om de Google-diensten in de telefoon op te nemen. Google nam Android over, zette Rubin op het project en zo’n vijf jaar later rolden er de eerste telefoons van de band. Ze hadden niet de magie van de eerste iPhones (als iPhone-bezitter kon je zomaar te maken krijgen met wildvreemden, die even “de iPhone wilden aanraken”), en het zag er in het begin nogal houtje-touwtje uit, maar ze spraken door hun lage prijs wel een veel breder publiek aan.

Dogfight gaat vooral over de strijd die uitbrak tussen Apple en Google op het moment dat beide platformen goed op stoom kwamen. De Android-medewerkers stonden perplex op het moment dat de iPhone uitkwam en besloten om terug naar de tekentafel te gaan. Apple is van mening dat Google daarbij teveel ideeën heeft gekopieerd. Sindsdien probeert Apple zich los te maken van Google, ook al betekent het dat ze een onvolwassen versie van de Apple Kaarten-app moesten uitbrengen en daar forse kritiek op kregen. Siri maakt niet langer standaard gebruik van Google, maar van Microsoft’s Bing.

Wat de iPad betreft: ook die werd aanvankelijk wat lauw ontvangen (“ik heb al een smartphone en een laptop, waar heb ik dit ding dan voor nodig?”), maar zodra de tablet op de markt kwam werd het gepresenteerd als de Jesus-tablet die eigenhandig de krantenindustrie, de tijdschriftenmarkt en nog talloze andere industrieën van de ondergang zou gaan redden. We verklappen niet hoe Apple op het idee kwam om een iPad te gaan maken (daarvoor zul je het boek moeten lezen), maar feit is wel dat Apple het idee voor de iPad jarenlang in de kast moest zetten omdat de technologie domweg nog niet beschikbaar was.

Conclusie

Een aanrader? Zeker! Dit boek gaat niet over de eeuwige discussie iPhone versus Android en over de fanboys die het maar niet met elkaar eens kunnen worden, maar om de werkelijke gebeurtenissen. Beide partijen komen aan bod. Het gaat om een strijd om miljarden. Je steekt een hoop op over de grootste technologische revolutie in onze recente geschiedenis. En we zijn er allemaal ooggetuige van geweest.

Dogfight

dogfight

  • Auteur: Fred Vogelstein
  • Titel: Dogfight,
  • Aantal pagina’s: 272
  • Verkrijgbaar via: iBookstore (€12,99, Amerikaans-Engelse editie)
  • Nederlandse editie: Titanenstrijd (€15,99)
  • Ook verkrijgbaar als: iTunes-audiobook (€16,99) en in diverse andere varianten
  • Cijfer: 8,5

Informatie

Laatst bijgewerkt
25 december 2013 om 21:33
Onderwerp
Categorieën
Apple, Apps

Reacties: 3 reacties

Reacties zijn gesloten voor dit artikel.