Rapport: ‘Er moet een minimumsnelheid komen voor mobiel internet’

Snel internet is een basisbehoefte, vindt staatssecretaris Mona Keijzer van Economische zaken. In een adviesrapport wordt nu gepleit voor een minimumsnelheid voor mobiel internet.

Minimumsnelheid voor mobiel internet

Zo’n minimumsnelheid voor mobiele data moet dan wettelijk worden vastgelegd. Voor providers houdt het in dat ze altijd een bepaalde snelheid moeten kunnen bieden. Zo luidt het advies van een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Concreet zou het moeten gaan om snelheden van 8 Mbps (2022) en 10 Mbps (2026).


De onderzoekers adviseren Keijzer om deze minimumsnelheden verplicht te stellen als de frequenties voor 5G worden geveild. De normen voor minimale snelheden moeten gelden op de slechtste punten van het mobiele netwerk, waar momenteel maar beperkte of helemaal geen dekking is. Momenteel is het nog niet mogelijk dergelijke snelheden te halen.

Op plekken waar nu al goede dekking is zou de snelheid op gemiddeld meer dan 100 Mbps uitkomen en vlakbij een mast zou het gaan om snelheden boven de 2 Gigabit per seconde. Dit ligt twintig keer zo hoog dan de dekkingseisen die Duitsland nu stelt nabij de antenne, namelijk 100 Mbps. In Duitsland worden geen minimum snelheden geëist op slechte punten in het netwerk.

Ook betere dekking binnenshuis
Het onderzoek is uitgevoerd door PA Consulting in opdracht van het ministerie van EZK. Naast betere dekking buitenshuis wil de overheid ook een beter bereik in woningen en bedrijven. Telecomaanbieders en branchevereniging BTG zijn daarom een initiatief gestart om een standaard voor dekking van draadloze en mobiele netwerken binnenshuis af te spreken.

Het onderzoeksrapport in PDF-formaat is hier te downloaden.

Reacties: 3 reacties

Reacties zijn gesloten voor dit artikel.