Assisted GPS, wat is dat?

De iPhone 3G heeft een GPS-chip en zal daarnaast ook met A-GPS werken. Assisted GPS (A-GPS) is een methode om snellere positiebepaling te doen. Door gebruik te maken van eenvoudige locatiebepaling kan de GPS-ontvanger vooraf schatten waar je je bevindt, ook wanneer er nog geen contact met de satellieten is.

iPhone 3G GPSEr wordt al langere tijd gesproken over GPS in de iPhone. Met de komst van de iPhone 3G is het eindelijk zover: er zit een ingebouwde GPS-module in, die waarschijnlijk door Broadcom is geleverd. Apple heeft nog geen technische details vrijgegeven over deze module, dus we zullen moeten wachten op de eerste durfals die de iPhone uitelkaar halen om alle componenten nauwgezet te bestuderen.


Bij de iPhone is sprake van een GPS-chip met Assisted GPS: dat wil zeggen dat er aanvullende methoden worden gebruikt om je locatie te bepalen. In de eerste plaats is er de locatiebepaling via gsm-masten en Wi-Fi, dat al op de huidige iPhone mogelijk is via de diensten van Google en Skyhook. Daarnaast krijgt de iPhone locatiebepaling via GPS.

Bij een GPS-ontvanger is het meestal zo, dat het even duurt voordat je een fix hebt. Een fix betekent dat je verbinding hebt met de satellieten, zodat het apparaat weet waar je bent en een stip op de kaart kan zetten of een route kan bepalen. Vooral in gebieden met hoge bebouwing of veel bomen is het lastig om snel een fix te krijgen. In dat geval pakt de GPS eerst het signaal op van de A-GPS-methoden (dus van gsm-masten en Wi-Fi-toegangspunten).

Bij A-GPS is er sprake van een server, waarin alle locaties van hetzij gsm-masten, hetzij Wi-Fi-accesspoints zijn vastgelegd. Er kan worden bepaald op welke afstand je je bevindt ten opzichte van een aantal vaste punten. Als jouw afstand ten opzichte van minstens drie vaste punten bekend is, kan met behulp van een driehoeksmeting je locatie worden bepaald. Dit is maar een ruwe schatting, maar het helpt de GPS-ontvanger wel om een eerste locatiebepaling te doen. Als de GPS-ontvanger weet waar je je ongeveer bevindt, weet hij ook welke satellieten op dat moment zichtbaar moeten zijn en waar ze zich ongeveer bevinden. De A-GPS-server kan ook actuele satellietgegevens naar de telefoon doorsturen zodat de GPS-ontvanger weet waar ‘ie moet ‘kijken’. Door gebruik te maken van A-GPS is er minder processorkracht op de telefoon nodig en gaat je batterij langer mee.

Allemaal goed en wel, maar wat kun je er uiteindelijk mee doen? In de eerste plaats kun je op de iPhone 3G je positie op een kaart laten bepalen in Google Maps. Er verschijnt een stip op de kaart, die nauwkeuriger is dan de cirkel die op de huidige iPhone wordt getoond en die nu een straal van zo’n 200 meter heeft. Met de iPhone 3G kun je ook tracking doen: je kunt de positie van jezelf of iemand anders realtime op de kaart volgen. Verder is het standaard mogelijk om foto’s die je hebt gemaakt te voorzien van geotagging. Dat houdt in dat de foto is voorzien van een ‘locatiestempel’. Je kunt daarna bijvoorbeeld de foto’s op Google Maps of op een andere kaart laten afbeelden, zodat je weet waar je een foto hebt gemaakt.

Een derde en zeer gewilde toepassing is navigatie. Apple gaat zelf geen navigatiesoftware uitbrengen, maar TomTom beweert de software al kant-en-klaar te hebben. Het zal rond juli via de App Store worden aangeboden. Ook het minder bekende TeleNav schijnt aan navigatiesoftware te werken.

Meer info: Assisted GPS (Wikipedia)

Reacties: 11 reacties

Reacties zijn gesloten voor dit artikel.